Een aantal feiten en cijfers over osteoporose hebben we hieronder voor u op een rij gezet:
- Volgens het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) zijn er in Nederland ruim 850.000 mensen met osteoporose
- Bij slechts 30% van de mensen met osteoporose is de diagnose gesteld. Een groot deel van de 850.000 mensen met osteoporose heeft geen officiële diagnose gekregen
- Boven de 60 jaar krijgt 1 op de 3 vrouwen osteoporose. Bij mannen is dat 1 op de 7
- 7 op de 10 mensen die de diagnose osteoporose hebben gekregen worden niet voldoende behandeld
- Ruim driekwart van de mensen die met een botbreuk in het ziekenhuis komt en ouder is dan 55 jaar wordt zonder osteoporose onderzoek weer naar huis gestuurd
- Iedere dag komen er bijna 250 botbreuken in Nederland voor als gevolg van osteoporose
- Valongelukken zijn de meest voorkomende oorzaak van letsel bij ouderen. In Nederland valt er iedere 7 minuten een 65-plusser als gevolg van een ongeluk(je) in of om het huis
- Osteoporose is géén ouderdomskwaal, het is een ziekte die ook jonge mensen kan treffen
- Meestal wordt osteoporose pas ontdekt als iemand een botbreuk heeft opgelopen
- Door preventieve maatregelen kunt u de kans op het krijgen van osteoporose aanzienlijk verlagen. Kijk hiervoor preventie & tips
- De meeste patiënten met osteoporose stoppen te vroeg met hun behandeling, meer dan de helft stopt al binnen één jaar!
- 33% van de mannen en 24% van de vrouwen boven de 55 jaar overlijdt binnen één jaar na het oplopen van een botbreuk in de heupen (heupfractuur)
- De meest voorkomende botbreuken bij osteoporose zijn heupbreuken (ruim 17.000 per jaar), polsbreuken (ongeveer 12.000 per jaar) en wervelbreuken (ongeveer 16.000 per jaar)
- Er worden géén osteoporose gegevens bijgehouden van personen onder de 55 jaar
- De directe medische kosten als gevolg van een val bij 65-plussers bedragen jaarlijks ongeveer 750 miljoen euro
Toename van osteoporose
Veel mensen met osteoporose hebben geen klachten (tot de eerste botbreuk) en melden zich dus niet bij de huisarts. Er zijn daarom nu nog maar 148.000 mensen bekend bij de huisarts met osteoporose. Het werkelijke aantal zal veel hoger liggen. Het RIVM schat het aantal op ongeveer 850.000 mensen in Nederland. Daarnaast is het zo dat er geen gegevens worden bijgehouden van mensen onder de 55 jaar die osteoporose hebben, terwijl die mensen er wel degelijk zijn.
In de periode 1990 – 2007 is het aantal mensen met osteoporose sterk gestegen. Het aantal mannen met osteoporose is in deze periode ongeveer verdubbeld en voor de vrouwen is het zelfs verdrievoudigd. Het RIVM geeft aan dat door de toenemende vergrijzing in Nederland deze stijging zal voortzetten. De verwachting is dat het absolute aantal mensen met osteoporose tussen 2007 en 2040 met nog eens 60% zal stijgen.
Vergrijzing houdt in dat het aandeel ouderen (65-plus) op de totale bevolking in Nederland toeneemt. Op 1 januari 2011 telde Nederland 2,6 miljoen 65-plussers, dit komt neer op 16% van de totale bevolking. Daarnaast is het ook nog zo dat binnen de groep van 65-plussers een ‘vergrijzing’ optreedt. Hiermee wordt bedoeld dat de groep van mensen boven de 80 jaar steeds groter wordt. Van de 65-plussers is nu ruim 25% ouder dan 80 jaar. Ter vergelijking in 1900 was dat 11%.
Er zijn in Nederland meer vrouwen boven de 65 jaar (1,5 miljoen) dan mannen (1,1 miljoen). Hierboven hebben we al aangegeven dat osteoporose veel vaker voorkomt bij vrouwen dan bij mannen, daarmee neemt dus ook het totale aantal mensen met osteoporose sterk toe.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft berekend dat het aantal 65-plussers vanaf 2011 versneld gaat toenemen. In 2011 waren er 2,6 miljoen ouderen en een hoogtepunt zal bereikt worden in 2039 wanneer ons land 4,6 miljoen ouderen zal tellen. Daarna zal het aantal weer afnemen naar ongeveer 4,4 miljoen om vervolgens stabiel te blijven.